Beveiligingsinstellingen voor WEP
Definieer de WEP-beveiligingsinstellingen als u WEP (Wired Equivalent Privacy)
heeft geselecteerd als de WLAN-beveiligingsmodus.
1 Selecteer
Menu
>
Instellingen
en
Connectiviteit
>
Bestemmingen
.
2 Selecteer de toegangspuntgroep met het gewenste WLAN-toegangspunt en
selecteer het toegangspunt.
U kunt ook WEP-instellingen definiëren bij het maken van een nieuw WLAN-
toegangspunt.
3 Selecteer
WLAN-beveiligingsmodus
>
WEP
.
4 Selecteer
WLAN-beveiligingsinstell.
en kies de volgende instellingen:
WEP-sleutel in gebruik — Selecteer het WEP-sleutelnummer (Wired
Equivalent Privacy). U kunt maximaal vier WEP-sleutels maken. Dezelfde
instellingen moeten worden ingevoerd op het apparaat voor het WLAN-
toegangspunt.
Connectiviteit 137
Verificatietype — Selecteer
Open
of
Gedeeld
voor het verificatietype tussen
uw apparaat en het apparaat voor het WLAN-toegangspunt.
Instellingen WEP-sleutel — Voer
WEP-codering
(lengte van de sleutel),
Indeling WEP-sleutel
(
ASCII
of
Hexadecimaal
) en
WEP-sleutel
(de WEP-
sleutelgegevens in de geselecteerde indeling) in.